Artikelen

Dat wat we dagelijks voorgeschoteld krijgen in de media heeft grote invloed op ons denken. Als dat niet zo was zou het helemaal geen zin hebben om zoveel geld in reclamecampagnes te stoppen.

Niet alleen reclamecampagnes maar ook bijvoorbeeld de manier waarop de psychiatrie en wij psychiaters (in wording) in films geportretteerd worden, is bepalend hoe de omgeving ons ziet, hoe men meent zich bij ons te moeten opstellen en hoe wij denken ons in onze spreekkamers te moeten gedragen.

Het beeld in de film van de psychiatrie is helaas niet erg rooskleurig en realistisch. Mogelijk dat onze voormalige minister van volksgezondheid net naar de film Wilbur wants to kill himself (2002) gekeken heeft toen ze meende op te moeten merken dat een goed gesprek met en liefde van de buurvrouw net zo goed kan werken als een psychiatrische behandeling. Want als je je mening baseert op b.v. A beautiful mind (2001) of A clockwork orange (1971) , kun je niet anders concluderen dat psychiatrische behandelingen er alleen maar op uit zijn om de creativiteit van mensen in te perken en te ruïneren.  Zo is na het zien van de klassieker One flew of the cuckoo’s nest (1975) maar één conclusie gerechtvaardigd, namelijk bedden reduceren en wel zo snel mogelijk.  En terwijl u dagelijks in de oude ggz locaties zit te zwoegen met patiënten aan de onderkant van de samenleving meent de gemiddelde bioscoop bezoeker dat u puissant rijk bent, een kapitaal appartement vol met peperdure kunst bewoont  en slechts vermakelijke gesprekjes met ex-fotomodellen voert (l’amant double, 2017). Het is maar dat u het weet.

Een van de weinig verfilming waar we het er aardig van afbrengen -tot op zekere hoogte dan – is in “ in treatment” van HBO. In de andere portretteringen heeft u slechts de keuze u te gedragen als  de slimme psychopaat  zoals in Silence of the lambs (1990),  de grensoverschrijdende charlatan in A dangerous method (2011), of de ronduit geschifte dokter in What about Bob (2003). Of dat niet genoeg is tonen de films Dr. Jekyll & Mr. Hyde (1941) en Raising cain (2002) een psychiater die zijn andere, zeer duistere en moorddadige zijde, niet kent en lustig dood en verderf zaait onder zijn clientèle. Bent u bij toeval een vrouw dan bent u volgens het in films geschetste beeld in het begin niet geïnteresseerd in uw patiënt en gedraagt zich ronduit onbeschoft om vervolgens op het eind van de film het bed met uw patiënt te delen (Mr. Jones, 1993). Jammer dat ze je dit alles niet vertellen voordat je start met je psychiatrie opleiding. Maar niet getreurd u kunt zich bijscholen met b.v.  het boek Movies & Mental illness ( (D. Wedding en R.M. Niemiec 4th edition, 2014 ) of u kunt naar de jaarlijkse filmsymposium van de stichting psychiatrie en Film komen (www.psychiatrieenfilm.com)

Dr. Harold J.G.M. van Megen